, [], Whether the Old Law set forth suitable precepts about the members of the household?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult uws broeders [1]os of klein vee niet zien [2]afgedreven, en u van die [3]verbergen; gij zult ze uw broeder [4]ganselijk weder toesturen. 1. Dat is, groot vee. 2. Te weten, van den weg, of van de kudde, en dienvolgens dolende. 3. Dat is, onttrekken, u houdende alsof gij ze niet gezien hadt, latende dezelve voort dolen. Alzo onder, vs.3,4. 4. Hebreeuws, wedersturende wedersturen.